8 December 2010

travelling / publicatie: 'never look back'


photo © Dirk Pauwels

travelling
table with hole, silver spoon, engraving




photo © Dirk Pauwels

travelling in flanders
bucket, handmade ship, rope 2010





STUK zaaltekst:


'Ik omschrijf mijn werken als open frames. Open omdat ze niet bestaan uit statements of welomlijnde verhalen, maar eerder gaten slaan in de vaste kaders waarin ons denken, kijken, voelen vervat zitten. Een veel gebruikte strategie bestaat uit het teweegbrengen van verschuivingen, zoals deze tussen kunstcontext en andere (meer dagdagelijkse) werkelijkheden. Die beweeglijkheid vormt het esthetische potentieel van het werk. Het sensibiliseert ons vermogen tot flexibiliteit en mobiliteit in de relaties die we met de wereld aangaan.' 


Stijn Van Dorpe




De titel van deze tentoonstelling, Travelling, verwijst naar het centrale werk, de film van Short Cut Leuven helemaal achteraan de zaal. Van Dorpe trok met een zestigtal wandelaars een rechte lijn door de binnenstad van Leuven. Zo stapten de wandelaars door een huis en de aanpalende tuin om bij de achterbuur terug op straat te komen. Maar het parcours liep ook door winkels, publiek domein en het rijke erfgoed van Leuven. 



Travelling verwijst echter ook naar de mentale wandeling door de expozaal waarvoor de kunstenaar het publiek uitnodigt. Een wandeling van ruimte naar ruimte om zo met meer inzicht in de leefwereld van de kunstenaar uit te komen bij de ‘echte’ wandeling van Short Cut Leuven. Meer nog, de titel Travelling gaat ook over de uitnodiging om bij ieder werk mee te ‘stappen’ in de verbeeldingskracht en de strategieën van Van Dorpe om de werkelijkheid anders te benaderen. Het uitgangspunt van bijna al zijn werk is immers de stap van de realiteit naar de wereld van de kunst en omgekeerd.



De tentoonstelling is opgebouwd in drie delen, telkens met een eigen ruimte. In het eerste deel definieert Van Dorpe de kunstruimte waar binnen hij werkt, het tweede deel bestaat uit een verzameling kleinere ‘atelierwerken’ die illustreren hoe Van Dorpe naar de wereld kijkt en in het derde deel toont de kunstenaar een performance in de publieke ruimte (Short Cut Leuven).


Deel 1

In de eerste ruimte zijn op de openingsavond drie performers aanwezig in een verder lege ruimte.  Af en toe staan ze in een bepaalde houding tegen een witte wand, terwijl hun neus het oppervlak raakt. De afstand tussen het te bekijken object (op die witte wand) en de blik van de performers is weggeknipt. Meer nog, er is geen kunstwerk op die wand. Het publiek dat binnenkomt ziet dus niet het te verwachten kunstwerk. De zone van betekenis, het kunstwerk en de afstand die nodig is om hier naar te kijken, is weggeveegd. Toch is het net deze onbepaalde tussenruimte die het onderwerp is van dit werk en ook centraal staat in deze tentoonstelling: hoe kijken wij naar de dingen? 
(Na de opening wordt de performance gedocumenteerd op een monitor.)

Een tweede werk in deze ruimte sluit hier op een subtiele manier bij aan.  Net als bij het eerste werk gaat het om een leegmakende beweging die de kunstruimte blootlegt.  Op verschillende blaadjes papier staat het woord 'assimilation' geschreven.  De kunstenaar beschouwt dit niet zozeer als ‘tekst’, maar eerder als een serie ‘tekeningen’ die in de eerste plaats de schriftuur zelf als onderwerp hebben. In tegenstelling tot een handschrift dat via tekst ingezet wordt om de eigenheid van de kunstenaar en zijn persoonlijk verhaal in de verf te zetten, krijgen we hier een soort universeel ‘schoonschrift’. De kunstenaar wil zich dus niet onderscheiden maar zich juist aanpassen aan de bestaande orde zoals ook de betekenis van het woord suggereert. Door deze poging om op te gaan in het vertrouwde te tonen in een tentoonstellingscontext gebeurt echter net het tegenovergestelde: het lijkt een straf statement. Op die manier toont dit werk de potentie van de kunstruimte als een open plaats waar betekenissen kunnen verschuiven. 

Deel 2

De tweede ruimte toont een tiental werken die vertrekken vanuit een individuele positie tegenover de wereld, wat de werken eerder een intiem karakter geeft. De kunstenaar ziet deze werken als bouwstenen die zijn omgang met de wereld blootleggen. Het zijn constructies opgebouwd uit stukjes werkelijkheid. Ze meanderen tussen aanwezigheid en afwezigheid. Ze pogen om 'geen' betekenis te produceren, maar ergens onderweg zeggen ze toch iets over de wereld waarin we leven.  

3 Als we langs links de tweede ruimte betreden zien we een zilveren schijfje met een inscriptie. Het moment dat hier beschreven wordt -het exacte punt tussen waken en slapen- is onmogelijk vast te stellen. Het ongrijpbare, immateriële van dit moment staat tegenover het duurzame en kostbare van het materiaal.
4 Wie goed kijkt ziet dat het potlood dat een beetje verderop hangt langer is dan normaal. Door het stukje met de naam Gilbert er nog eens tussen te plaatsen staat er nu ‘Gilbert & Gilbert’ en is het potlood exact de afstand tussen de gestrekte duim en wijsvinger van de kunstenaar. Nog voor de kunstenaar tekent met dit potlood lijkt er al een verhaal te ontstaan.
5 In het midden van een tafel zit een gaatje met daarin een zilveren lepeltje. Enkel het 'schepje' steekt als een ovaal spiegeltje boven het bladoppervlak uit waarop het het licht weerkaatst. De suppoost zal het lepeltje even uit zijn gaatje tillen om een handgeschreven gravure op de steel te bekijken. Die tekst connecteert een klein, intiem lepeltje met de grote, virtuele ruimte van het internet.
6 In 'Travelling in Flanders' vaart een zeilbootje in een emmer, maar er is geen water, het bootje hangt aan een draadje tussen emmer en plafond. Het vreemde is dat het water, ons meest primaire goed, verbeeld moet worden en zo net zeer aanwezig is. 
7 In dezelfde lijn ligt het werkje met de schoen in de muur: het lijkt alsof er iemand verdwenen is.
8 Op een dia zien we een gammel, schots en scheef karretje dat mooi contrasteert met de statige, rechte tramsporen. 
10 Hoog tegen de muur zien we een sculptuur van sokken in een geometrische vorm. Sokken worden altijd ‘laag’ getoond en geacht, het zijn banale objecten, die nu als kunstobject wel een mooie plaats opeisen. 
9 Wie goed kijkt ziet dat ook de kunstenaar zelf een beetje aanwezig is in de ruimte: hij liet zijn tandenborstel achter in de muur. 
11 Twee verkeersborden tegen elkaar sluiten deze ruimte af. De logica van deze constructie verbindt de vloer met het plafond en neemt iedere betekenis van de borden weg zodat ze louter sculptuur en materie worden. Het werk brengt daarenboven de publieke ruimte naar binnen en is daarom de perfecte overgang naar deel 3.

Deel 3

Tot slot is er het werk Short Cut Leuven dat bestaat uit een idee, een daadwerkelijke performance die plaatsvond in Leuven op 2 oktober, en een installatie/film die nu te zien is.  
Tijdens STUK START organiseerde Van Dorpe samen met STUK een groot stadsproject. Van Dorpe trok met een groep wandelaars, bewoners van Leuven, een denkbeeldige rechte lijn door de stad. De bedoeling was om een lint te vormen en een traject af te leggen van de Naamsevest naar het Engels Plein en hierbij zo veel mogelijk ‘short cuts' te nemen. Met andere woorden: waar mogelijk de officiële weg ‘afsnijden' en een alternatieve, korte binnenweg nemen. Zo stapten de wandelaars bijvoorbeeld door een huis en de aanpalende tuin om bij de achterbuur terug op straat terecht te komen. Maar het parcours leidde de groep ook door winkels en publiek domein. Het spreekt voor zich dat het rijke erfgoed van Leuven hiervoor een ideale achtergrond vormde met passages in onder meer het voormalige stadhuis, de Sint-Pieterskerk en het Klein Begijnhof.

 De kunstenaar wilde op deze manier zijn artistieke praktijk letterlijk connecteren met de buitenwereld en zich niet opsluiten in atelier of expozaal. Al wandelend wilde Van Dorpe thema's aanraken als ‘wonen in de stad', ‘de spanning tussen publiek en privé' of ‘verlies van privacy'. Het beeld van het lange lint dat door de stad beweegt refereert visueel zelfs aan de typische beelden van sport- of wielerwedstrijden die ook altijd aandacht voor de achtergrond, het landschap genereren. Daarnaast is het idee van ‘de rechte lijn', ‘de rechte weg' of ‘de kortste weg' een soort metafoor voor een modernistisch ideaal. Het is duidelijk dat dit ideaal niet realiseerbaar is, want het parcours ligt onvermijdelijk vol hindernissen. Maar het zijn natuurlijk net deze hindernissen die het project een bestaansreden en de broodnodige poëzie geven.

 De hele wandeling werd vanuit vele standpunten gefilmd. De kunstenaar toont hier de montage van deze beelden.

Achteraan de zaal toont Van Dorpe nog een ander perspectief op dit project: 15 koperen plaatjes die elk staan voor een hindernis, een gearrangeerde doorgang op het parcours.  Ze vormen hier opnieuw een lijn maar op de finissage wordt elk plaatje geschonken aan de desbetreffende eigenaars van de doorgangen. 




meer info:




'never look back', publication, edition of 300 copies, 80mm/105mm, designed by Piet Bodyn